Dat vreselijk nare hoeft geen trauma te worden

Waarom raak je nog steeds van slag als je terugdenkt aan die nare situatie? Waarom kun je je niet losmaken van de stress? Waarom houdt 'het' niet op? Aanwijzingen hiervoor geeft de polyvagaaltheorie van Stephen Porges. En vooral: wat helpt om wel tot rust te komen. 

Over de polyvagaaltheorie van Porges en ons autonome zenuwstelsel

Een achteloze ‘hoe gaat het?’ Waarna ik snel ‘O goed hoor’, mompel. Zo hoort dat te gaan.

Maar deze keer lukt het me niet. Ik wapper wat met mijn handen, om de opkomende tranen tegen te houden. Wat natuurlijk totaal niet lukt. Zeker als hij dan zijn armen uitstrekt en zegt: ‘ach, kom maar’, en mij stevig in een omhelzing houdt.

Tranen blijven stromen, terwijl ik me omhuld weet. Net zo lang tot het – even – klaar is.

De steun doet me letterlijk goed

Het voelt goed. Ook al is tegelijk het verdriet er. Dat kan hij niet wegnemen. Maar de steun die ik ervaar door zijn armen, door de aandacht die hij me geeft, helpt me weer terug te komen.

Ik weet ook: wat hij me nu laat ervaren is essentieel om te voorkomen dat die nare gebeurtenis blijft hangen en een traumatische gebeurtenis wordt.

Hoe zit dat? De korte uitleg:

Het heeft te maken met hoe ons autonome zenuwstelsel functioneert bij gevaar. Bij direct gevaar brengt ons zenuwstelsel ons in de stand van vechten of vluchten en als dat niet voldoende helpt, gaan we over naar bevriezing of volledige ineenstorting.

Verschillende onderdelen van ons autonome zenuwstelsel werken daarvoor samen. Wat al tienduizenden jaren, miljoenen jaren succesvol is. We zijn er tenslotte nog als mens.

De derde weg

Naast deze twee is er nog een derde systeem, wat in de polyvagaaltheorie wel het sociale verbindingssysteem wordt genoemd. Als individu waren we namelijk niet in staat te overleven, we moesten deel uitmaken van een groep. Bij uitsluiting was ons doodvonnis getekend.

Dit derde systeem laat ons merken dat het veilig is als, onder andere, die verbondenheid er is. Deze sociale verbinding is zelfs biologisch noodzakelijk. 

Gevaar: we reageren in een fractie van een seconde 

Omgekeerd laat ons zenuwstelsel ons bij gevaar vanzelf in de vecht-, vlucht- of bevriesmodus komen. In een fractie van een seconde. En daarbij maakt het niet uit of dat gevaar werkelijk is, een auto die op ons afkomt, of andersoortig, een deadline die we niet halen.

Langzaam weer terug naar veiligheid

De weg heen, naar de gevaarstand, gaat dus razendsnel. De weg terug naar een veilig gevoel, gaat helaas vaak wat moeizamer. Zeker als we te lang in de vecht-vlucht- of bevriesmodus blijven.

Hoe kunnen we snel naar de stand ‘veilig’?

Om ons te helpen sneller, makkelijker terug te gaan naar de veilige modus, is het goed iets meer te weten over ons zenuwstelsel.

We hebben namelijk een geweldig hulpmiddel in ons zenuwstelsel: het sociale betrokkenheidssysteem. Dat helpt ons om ons veilig te voelen als we na een nare gebeurtenis of situatie daadwerkelijk verbinding met iemand voelen. 

Dat is wat ik weet, vanuit mijn kennis van de polyvagaaltheorie van Stephen Porges.

Het mooie is dat die kennis mij al helpt. Ik zoek bewust die verbinding op en koester de verbinding die mij wordt aangeboden. Zoals die knuffel. Daardoor voel ik mij gesterkt om niet opnieuw terug te keren naar vluchten, vechten of bevriezen. Of, als ik daar toch weer in terecht komt, om me de knuffel te herinneren, wat onmiddellijk mijn sociale betrokkenheidssysteem activeert en ik weer makkelijker uit de vlucht of de bevriesreactie kom.

Voorkomen en sneller genezen

Op deze manier voorkom ik dat deze nare gebeurtenis een trauma wordt dat mij nog jaren achtervolgt.

En het mooie is: Is er bij jou iets uit het verleden waar je in je dagelijks leven last van hebt? Dan kun je vanuit de theorie van de werking van je zenuwstelsel ook daar de lading vanaf halen. Wat ik toepas in mijn praktijk voor zielscoaching.

Workshop helpt jouw weerbaarheid

Nog mooier wellicht: mijn workshop De Prachtige Jij is bedoeld om juist dat sociale betrokkenheidssysteem te versterken. Want hoe meer je dat versterkt, hoe beter je opgelopen trauma’s verminderen en ook hoe beter je in staat bent om jezelf omhoog te trekken als je iets naars overkomt.

 

Dit is de korte, wellicht wat overgesimplificeerde uitleg. Hieronder volgt een wat uitgebreidere, ingewikkelder uitleg.

De uitgebreide uitleg: over ons autonome zenuwstelsel

Wij mensen weten al miljoenen jaren te overleven in een wereld vol gevaar. Dat is mede te danken aan ons autonome zenuwstelsel, oftewel het zenuwstelsel waar we met ons bewustzijn weinig tot geen grip op hebben.

Het zenuwstelsel reageert al op gevaar voordat ons bewustzijn het in de gaten heeft. Daarbij werken de verschillende onderdelen van ons autonome zenuwstelsel subtiel en ingenieus samen. 

Direct alert om te vechten of vluchten

Bekend is wellicht hoe we bij dreigend gevaar in een fractie van een seconde alert worden. Het sympathisch deel van ons zenuwstelsel bereidt ons lichaam voor om in actie te komen: zodat we gaan vechten of vluchten. Als je eerst moet gaan denken: O, een leeuw. Wat zal ik nu eens gaan doen? Dan ben je al opgegeten.

Als je niet kunt vechten of vluchten

In theorie kun je dus gaan vechten of gaan vluchten. Maar ja, dat kan niet altijd. Stel die kat heeft jou als muis al in zijn bek. Dan maak je geen schijn van kans als je probeert te vechten. Vluchten lukt ook niet meer.

Dan helpt je zenuwstelsel op een andere manier: het zorgt ervoor dat je onbeweeglijk wordt. Je lijkt dood.

Deze bewegingloosheid heeft twee voordelen:

Allereerst houdt de agressor – de poes of leeuw – mogelijk niet van dode prooi en laat je - even – los, waarna je alsnog kunt wegvluchten.

Het tweede voordeel is dat jij als prooi geen of minder pijn voelt. 

Het parasympathische en het sympathische systeem

Deze bewegingsloosheid is te danken aan een ander deel van ons zenuwstelsel: het parasympathisch systeem, waaronder de nervus vagus of 10e hersenzenuw.

Kortom, er zijn twee systemen binnen ons autonome zenuwstelsel (sorry voor de termen…):

  • het sympathische systeem: dit zorgt voor actie, vechten of vluchten
  • het parasympathische systeem; dit zorgt voor bewegingloosheid, waar de nervus vagus, ofwel de zwervende of 10e zenuw, een belangrijke rol in speelt.

Al onze reacties zijn natuurlijke reacties van ons lichaam op gevaar die ons autonome zenuwstelsel initieert. Dat  geldt voor het vechten, het vluchten én het bevriezen.

Geen leeuw te bekennen

Terug naar ons huidige leven, want ik kom die leeuw hier in ons dorp en omringende bos niet tegen.

Ook in ons huidige leven zijn er bedreigingen die voor ons zenuwstelsel gelijk staan aan die leeuw: de auto die nog net voor ons lang schiet, de vriend die ons niet uitnodigt voor zijn feestje, de vrouw die ons een onaardige blik toewerpt, het werk dat je niet af krijgt. Een sollicitatiegesprek, een nieuwe cursus met vreemde mensen waar je je voor hebt opgegeven.

De lijst is oneindig….

Er is dus gevaar alom, waar ons zenuwstelsel in een fractie van een seconde op reageert.

Wat er in je lichaam gebeurt bij gevaar

Als je lichaam reageert met vechten of vluchten, is dat een gevolg van je sympathisch systeem. Alles in jou is er dan op gericht om daadwerkelijk te kunnen vechten of vluchten. Je systeem maakt daarom heel snel, heel veel energie aan.

De andere optie, het bevriezen, wordt geregeld door de nervus vagus, de 10e hersenzenuw, onder het parasympatisch systeem. Die maakt dat heel snel alle energie uit ons lichaam gaat.

Twee systemen die om de beurt en in nauwe samenhang met elkaar direct ‘aan’ staan.

Na het gevaar

Na zo’n - dreigend - gevaar is het belangrijk dat ons zenuwstelsel weer het signaal ‘veilig’ krijgt. Nu kunnen we wel proberen om tegen ons zenuwstelsel te zeggen dat alles weer in orde is, maar ik krijg het niet voor elkaar…

Ons zenuwstelsel reageert helaas niet op onze woorden.

Je moet dus op een andere manier communiceren.

Hoe communiceer je met je zenuwstelsel?

Terug naar het parasympatisch systeem, met die 10e hersenzenuw, de nervus vagus.

Kort iets over deze zenuw want het is nogal een bijzondere.

Het is de langste onder het stel (er zijn er 12) en ontspringt in je hersenstam, onderaan je schedel, in het verlengde van je ruggenmerg.

In deze zenuw lopen twee banen, die zich rond het middenrif splitsen. De ene baan, gaat vanuit dit middenrif naar beneden en beïnvloedt hier vooral organen als de maag en de darmen. De andere reikt naar boven in je lichaam, en heeft invloed op je hartslag, hoe snel of langzaam je ademhaalt en gaat verder naar je ogen, je oren en je keel.

De baan naar beneden: dorsaal vagaal

De baan die naar beneden gaat wordt dorsaal vagaal genoemd. Die is de trigger die maakt dat je hele systeem (lichaam) bevriest of zelfs volledig in elkaar zakt bij extreem gevaar. Zoals de schijnbaar dode muis in de bek van de poes.

In moderne termen: je voelt je totaal futloos, hopeloos, depressief, tot niets in staat. Je voelt niet zoveel meer.

De baan naar boven: ventraal vagaal

Gelukkig heeft de nervus vagus ook een andere kant: de ventrale vagale vagus. In de polyvagaaltheorie van Stephen Porges wordt dit deel ook wel het sociale betrokkenheidsysteem genoemd.

Deze zenuwbaan geeft je een gevoel van veiligheid en verbinding. Zodra dit deel van je nervus vagus de overhand heeft, voel je je weer veilig en ben je uit de overlevingsstand.

Uit de actie of uit de bevriezing

Was je bevroren dan komt er weer wat leven in je. Je ademt wordt dieper bijvoorbeeld. En je laat voorzichtig je emoties en gevoelens weer toe.

Was je door het gevaar in de overdrive gegaan, vanuit je sympathisch systeem, dan zorgt deze ventrale vagale baan er juist voor dat de energie weer uit je systeem gaat. Een heel kenmerkende reactie is dat je lichaam gaat trillen.

(ventraal betekent buikzijde en dorsaal is rugzijde. Die twee banen liggen tegen elkaar waarbij de dorsale aan de kant van de rug ligt)

Verbinding om te overleven

Dat deze zenuwbaan vanuit je middenrif omhoog loopt via je hart naar je ogen, oren en mond geeft  een aanwijzing over wat helpt om uit een trauma te komen of eruit te blijven: door in verbinding te gaan met anderen. Want dat doe je met je ogen, je stem, je oren.

Van oudsher hadden we verbinding nodig om te overleven. Dat is waar deze ventrale vagale zenuwbaan op is ingericht. Getroost worden, een knuffel van de ziel, als de ander er werkelijk voor je is in je hoogste nood, maakt dat je vanuit de aanvankelijke vecht- vluchtreactie of bevriezing terug durft te gaan naar het veilige gevoel.

Je wist misschien al dat je veilig was, maar nu voel je het ook omdat je zenuwstelsel het 'begrijpt'. 

Ene persoon is weerbaarder dan andere

De ene gebeurtenis is sneller overweldigend dan de andere. Dus iedereen is gevoelig voor trauma's.

Er is wel verschil tussen mensen. Ik noem dat de wip.

De ervaringen op een wip

Aan de ene kant van de wip zitten de de ervaringen die maken dat je sympathische systeem en je dorsale vagale systeem in actie zijn gekomen. Je systeem is dan in vecht-, vlucht-, of bevriesstand geweest. 

Aan de andere kant van de wip zijn de ervaringen opgestapeld die je ventrale dorsale systeem de ruimte hebben gegeven. Het zijn de ervaringen waarin je je veilig en sociaal verbonden hebt gevoeld. 

De invloed van ervaringen uit je jeugd

Stel nu dat jij als kleine jongen of meisje jarenlang geestelijk of fysiek verwaarloosd bent en er was niemand waar jij terecht kon. Dan staat de wip erg laag aan de onveilige kant. Het gevolg is dat als er later in je leven weer iets gebeurt dat naar is, je heel snel weer in die sympathische of dorsaal vagale reactie terecht komt en er ook in blijft hangen.

Omgekeerd, als je juist een gelukkige en veilige jeugd hebt gehad, dan staat jouw wip laag bij de veilige kant. Jij kunt wel tegen een stootje.

Welke kant staat jouw wip het hoogst?

Welke kant van je wip  hoger staat, kun jij niets aan doen. Het is het werk van je autonome zenuwstelsel: dat heeft ervoor gezorgd dat je hebt kunnen overleven. Je mag dat zenuwstelsel dus wel dankbaar zijn!

Gelukkig kan je zenuwstelsel ook leren dat het nu wel veilig is. Wat daar precies voor nodig is, hangt af van hoe jij op dit moment in de wereld staat. In welke overlevingsstand zit je nu (vooral in de sympathische of vooral in de dorsaal vagale?). En ook: in hoeverre heb je mensen om je heen die jou nu die veiligheid alsnog kunnen bieden?

In ieder geval, laat deze uitleg zien dat het goed werkt om steun te vragen en te krijgen van mensen die de werkelijke verbinding met je aangaan. 

De waarde van therapie

Therapie kan hierbij helpen. Je oefent namelijk bij de therapeut met de veilige modus, zodat die steeds sterker wordt en je daar ook in het dagelijks leven steeds meer kunt vertoeven.

En zoals eerder ook al gezegd; ook een workshop als de Prachtige Jij voedt jouw ventraal vagale vagus en daarmee je gevoel van veiligheid. 

Foto: Annie Spratt-penahevUgSA via unsplash

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.